Nu we meer over de ruggegraat van het paard weten kunnen we ook gaan kijken waar het zadel nu precies op de rug moet liggen.
Een zadel ligt meestal op de 10e tot de 18e ruggewervel. Na de 18e ruggewervel beginnen de lendenwervels die niet gehinderd mogen worden, dus hier mag geen zadel meer dragen. Bij paarden met een zeer korte rug kan dit moeilijk zijn. Veel IJslanders, Fjorden, Haflingers en Arabieren kampen met dit probleem. Westernzadels kunnen soms ook erg lang zijn en voorbij de laatste rib dragen (Let op: het gaat om het dragende deel van het zadel: de boom!)
Maar hoe weet je nu waar het zadel mag beginnen en waar het moet eindigen?
Eerst weer even het skelet
Aan de voorkant kunnen we de plaats bepalen door de kop van het schouderblad. Zoals al gezegd ligt het voorbeen van het paard vrij van de ruggegraat, de schouder is verbonden met de ruggegraad door banden en pezen. Op onderstaand schema is te zien welke delen van het paard we kunnen voelen (de kleuren corresponderen met bovenstaand skelet.)
Om de schouder goed te kunnen bewegen mogen deze banden en pezen en het schouderblad zelf niet gehinderd worden. Dit kan op 2 manieren:
De meeste zadels horen zo’n 3 vingers achter het schouderblad te liggen
met de boom van het zadel. Dit geeft genoeg ruimte voor het schouderblad
om te roteren zonder tegen het zadel aan te stoten. Te vaak worden
zadels te ver naar voren gelegd waardoor ze de schouder blokkeren. Soms
schuiven zadels naar voren omdat de plaats van de singel niet goed is
voor het betreffende paard.
Er zijn een aantal zadels op de markt
die het zadel ruim op het schouderblad hebben liggen. Omdat het
schouderblad onder de panelen van dit zadel kan roteren zonder gehinderd
te worden kan dit ook goed werken. Voorbeelden van dit soort zadels
zijn zadels als Orthoflex, American Flex, maar ook de Corrector
onderlegger werkt met dit principe.
De achterkant van het zadel mag zoals gezegd niet voorbij de laaste
ruggewervel dragen. Aan deze 18e ruggewervel zit ook de laatste rib
vast. 1 manier om de 18e ruggewervel te vinden is dus om langs de
laatste rib naar boven te voelen tot je bij de ruggegraat bent. Dit is
niet altijd even makkelijk (of prettig voor het paard), zeker niet bij
wat dikkere paarden omdat je best moet porren om dan de rib te voelen.
Een fijnere methode (die voor 99% werkt) is een rechte lijn naar boven
trekken van waar de haren bij de achterkant van de buik bij elkaar
komen.
Op deze afbeelding is weergegeven waar het zadel op
de rug van het paard mag liggen: het zadel mag alleen dragen tussen de 2
langere lijnen. (soms kan een zadel dus wel groter zijn, maar als dat
alleen flexiblele vulling of ander niet dragend materiaal is is dat niet
erg.)